-
1 coup de patte
coup de patteveeg uit de pan, trap na -
2 coup de patte
coup de patteslovní výpad (fam.)fortelná ruka (fam.) -
3 coup de patte
1) (обыкн. употр. с гл. donner, lancer) разг. насмешка, колкость -
4 coup de patte
a swipe, a cutting remark -
5 coup de patte
сущ.разг. едкая критика -
6 coup de patte
(fig.) indirecta, pulla, alfilerazoDictionnaire Français-Espagnol des expressions et locutions > coup de patte
-
7 ce peintre a le coup de patte
ce peintre a le coup de patteDictionnaire français-néerlandais > ce peintre a le coup de patte
-
8 il a le coup de patte
у него искусная рука, он настоящий мастерDictionnaire français-russe des idiomes > il a le coup de patte
-
9 coup
coup [koe]〈m.〉1 slag ⇒ klap, steek, stoot, (plotselinge, korte, abrupte) beweging/GRAMT.♦voorbeelden:d'un coup d'aile • in een rukd'un coup de baguette (magique) • als bij toverslag〈 informeel〉 un coup de bambou • een zonnesteek; een vlaag van waanzincoup de barre • 〈 scheepvaart〉ruk aan het roer, plotselinge verandering; 〈 figuurlijk〉plotselinge vermoeidheid, hoge rekeningcoup de bec • snauw, sneerdonner un coup de brosse à qc. • iets (even) afborstelencoup de canon • kanonschotcoup de chance • gelukkig toeval, meevallercoup de chien • plotselinge storm; oproerdonner un coup de collier • er flink tegenaan gaanavoir un joli coup de crayon • goed (kunnen) tekenencoup de désespoir • wanhoopsdaadcoup d'éclat • meesterlijke zet〈 figuurlijk〉 un coup d'épée dans l'eau • een slag in de lucht, verspilde moeitecoup d'essai • eerste poging, begincoup d'Etat • staatsgreepboire le coup de l'étrier • een glaasje op de valreep drinkendonner un coup de fer à qc. • iets even opstrijkencoup de feu • schotcoup de fil • telefoontjecoup de folie • onbezonnen daad, aanval van waanzincoup de force • gewelddaad, overrompeling, coup de forcecoup de foudre • donderslag; 〈 figuurlijk〉liefde op het eerste gezicht, onverwachte ramp, slechte tijding〈 figuurlijk〉 donner un coup de fouet • aansporen, oppeppencoup de froid • verkoudheidcoup de gosier • schreeuwdonner, pousser un coup de gueule • losbrullen, een bek opzettencoup de hasard • bof, meevallercoup de langue • bitse, hatelijke opmerkingun petit, un dernier coup de lime • de laatste hand, de afwerkingcoup de main • hulp, handreiking, steun; 〈 leger〉overrompeling, aanslagdonner un coup de main • een handje helpenfaire un coup de main • een aanslag plegenavoir le coup de main • de vaardigheid hebben〈 figuurlijk〉 〈 informeel〉 recevoir le coup de masse • een zware klap (te verwerken) krijgen 〈 emoties〉〈 figuurlijk〉 un coup de massue • een harde slag, een gevoelige slagcoup de mer • stortzee, zware golfcoup d'oeil • blik, oogopslag, uitzichtavoir le coup d'oeil • kijk op de dingen hebbendu premier coup d'oeil • op het eerste gezichtjeter un coup d'oeil (rapide) sur qc. • een vluchtige blik op iets werpen〈 figuurlijk〉 coup de patte • veeg uit de pan, trap nace peintre a le coup de patte • deze schilder kan aardig met het penseel overwegse donner un coup de peigne • een kam door z'n haar halencoup de pied • trap, schopcasser des vitres à coups de pierre • ruiten ingooientuer qn. à coups de pierres • iemand stenigendonner un coup de piston à qn. • iemand aan een baantje helpencoup de poing • stomp, vuistslagcoup de poing (américain) • boksbeugel〈 informeel〉 avoir le, un coup de pompe • de man met de hamer tegenkomen, opeens niet meer kunnen〈 informeel〉 coup de pompe • man met de hamer, plotselinge uitputting, vermoeidheidun coup de pot • mazzel, gelukdonner le coup de pouce • de laatste hand aan iets leggencoup de poussière • mijngasontploffingon lui a fait le coup du presse-citron • ze hebben hem als een citroen uitgeknepencoup de pub • reclamestuntcoup de réparation • strafschopcoup de sang • beroerte, plotselinge woedecoup de semonce • schot voor de boegcoup de sifflet • fluitsignaalcoup de soleil • zonnesteek; zonnebrandcoup du sort • speling van het lot, tegenslagdonner un coup de téléphone à qn. • iemand opbellencoup de théâtre • plotselinge ommekeer, onverwachte wendingse flanquer un coup de torchon • vechtendonner un coup de tube à qn. • iemand een telefoontje gevencoup de veine • geluk, gelukkig toevalcoup de vent • rukwind, windstootcheveux en coup de vent • slordig, los zittend haarentrer en coup de vent • binnenstormencoup bas • stoot onder de gordelêtre aux cent coups • in alle staten zijn, doodsangsten uitstaandonner le dernier coup, le coup décisif • de genadeslag geven〈 informeel〉 coup fourré • gemene, onverwachte streek, luizenstreek〈 sport en spel〉 coup franc • vrije trap, slagmauvais coup • gemene streek, lelijke klapcoup monté • afgesproken werk, doorgestoken kaart〈 informeel〉 sale coup • rotstreek; zware slagcoup sec • droge knal, klap〈 figuurlijk〉 accuser le coup • de klap incasseren, er een klap van krijgenavoir le coup • er de slag van hebben〈 informeel〉 avoir un coup dans l'aile, dans le nez • (licht) aangeschoten zijn, te diep in het glaasje gekeken hebben〈 informeel〉 boire un coup • iets drinken, er eentje nemencalculer son coup • de zaak precies uitrekenen, uitkienencompter les coups • alleen maar toekijken, neutraal zijn〈 informeel〉 discuter le coup • babbelen, kletsen〈 informeel〉 être dans le coup • er bij betrokken zijn, er van wetenexpliquer le coup • de toestand, gang van zaken uiteenzettenfaire coup double • twee vliegen in één klap slaanfaire les cent coups, les quatre cents coups • een losbandig, rusteloos leven leiden, erop los leven, van alles uithalen 〈 kind〉en ficher, mettre un coup • flink de handen uit de mouwen stekenne pas en ficher un coup • geen klap uitvoerenfrapper des coups en l'air • vergeefse moeite doenfrapper un grand coup • een zware slag toebrengen, een grote slag slaanfrapper à coups redoublés • hard en vaak slaanmarquer le coup • een bijzonderheid benadrukken, een bepaalde gebeurtenis niet ongemerkt voorbij laten gaanmaintenant j'ai pris le coup • nu weet ik hoe het moetil en a pris un coup • dat heeft hem geen goed gedaanrendre coup pour coup • een klap, slag teruggevenrisquer, tenter le coup • het erop wagentenir le coup • standhouden, het uithoudenvaloir le coup • de moeite lonen, waard zijnen venir aux coups • handgemeen wordenà coup sûr • vast en zeker, beslistà tous (les) coups, à tout coup • telkens, bij elke gelegenheidtout à coup • plotselingaprès coup • naderhand, achterafau, du premier coup • bij de eerste keerau coup de midi • klokslag 12 uurd' un (seul) coup • in één keer, plotselingtout d' un coup • ineens, plotselingdu coup • bijgevolg, daaromdu même coup • tegelijkertijd, bij diezelfde gelegenheidêtre hors du coup • nergens vanaf wetenau coup par coup • een voor eenpour le coup • deze keer〈 juridisch〉 pour coups et blessures • vanwege toegebracht lichamelijk letsel; 〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 voor slagen en verwondingensous le coup de • onder de invloed, dreiging vansur le coup • op slag, onmiddellijk, meteensur le coup de midi • klokslag 12 uurcoup sur coup • achtereenvolgens, vlak na elkaar→ pierrem1) slag, klap, klop, steek, stoot, bons, dreun, trap, schop2) snee3) beet4) ruk5) worp6) daad, streek7) teug, slok8) zet -
10 patte
patte [pat]1. feminine nounb. ( = jambe) (inf!) leg• bas sur pattes [personne] short-leggedc. ( = style) [d'auteur, peintre] styled. [de poche] flap ; [de vêtement] strap2. compounds* * *patpatte de devant — ( jambe) foreleg
patte de derrière — ( jambe) hind leg
retomber sur ses pattes — [chat] to fall on its feet; fig [personne] to fall on one's feet
marcher à quatre pattes — [enfant, adulte] to walk on all fours; [bébé] to crawl
bas les pattes! — ( ne me touchez pas) keep your hands to yourself!; ( n'y touchez pas) hands off!
3) (colloq) ( style) hand4) ( languette) tab; ( d'attache) lug; (de vêtement, bonnet) flap; ( de col) tab; ( de chaussure) tongue5) ( favori) sideburn•Phrasal Verbs:••faire patte de velours — [chat] to draw in its claws; [personne] to switch on the charm
* * *pat nf1) [chien, chat] paw, [oiseau] foot2) (= jambe) leg3) (= languette) strap, [poche] flap4) (= favoris) sideburns* * *patte nf1 Zool ( jambe) leg; ( pied) ( de mammifère avec ongles ou griffes) paw; ( d'oiseau) foot; patte de devant ( jambe) foreleg; patte de derrière ( jambe) hind leg; donner la patte to raise its paw; ⇒ canard, chat; retomber sur ses pattes [chat] to fall on its feet; fig [personne] to fall on one's feet;2 ○( jambe) leg; ( pied) foot; ( main) hand; tu es toujours dans mes pattes you are always getting under my feet; aller à pattes to go on foot; marcher à quatre pattes [enfant, adulte] to walk on all fours; [bébé] to crawl; se mettre à quatre pattes to get down on all fours; traîner or tirer la patte to limp; en avoir plein les pattes○ to be dead on one's feet; avoir 100 km dans les pattes○ to have done 100 km; avoir les pattes sales to have dirty hands; bas les pattes! ( ne me touchez pas) keep your hands to yourself!; ( n'y touchez pas) hands off!;3 ○( style) hand; on reconnaît ta patte one can recognize your hand;5 Mode ( de sac) tab; (de vêtement, bonnet) flap; ( de col) tab; ( de chaussure) tongue; ( d'épaule) epaulette; patte de boutonnage button flap;6 ( favori) sideburn.patte d'araignée Tech oil groove; pattes d'éléphant Mode flares; pantalon (à) pattes d'éléphant flared trousers GB ou pants US; patte de fixation Tech ( pour cadre) mounting bracket; ( pour conduit) saddle; patte folle○ gammy leg GB, game leg US; patte de lapin ( porte-bonheur) rabbit's foot; ( favori) sideburn; patte de mouche ( écriture) spidery scrawl ¢; faire des pattes de mouche to write in a spidery scrawl; patte de scellement Tech swallowtail.faire patte de velours [chat] to draw in its claws; [personne] to switch on the charm; lever la patte [chien] to lift its leg; tomber dans les pattes de qn to fall into sb's clutches; se tirer des pattes de qn to get out of sb's clutches; montrer patte blanche to prove one is acceptable; tomber sous la patte de qn○ to fall under sb's dominion; avoir un fil à la patte to be tied down; se tirer dans les pattes to pull dirty tricks on each other.[pat] nom féminin1. [d'un félin, d'un chien] paw[d'un cheval, d'un bœuf] hoof[d'un oiseau] footdonne la patte, Rex! Rex, give a paw!être bas ou court sur pattes [animal, personne] to be short-leggeda. [membres] forelegsb. [pieds] forefeeta. [membres] hind legsb. [pieds] hind feetpattes de mouche [écriture] (spidery) scrawlbas les pattes! [à un chien] down!a. [chat] to sheathe ou to draw in its clawsb. [personne] to switch on the charmun coup de patte a swipe, a cutting remarkeh, toi, bas les pattes! [à une personne] hey, you, hands off ou (keep your) paws off!tomber dans ou entre les pattes de quelqu'un to fall into somebody's clutches4. [savoir-faire - d'un peintre] (fine) touch ; [ - d'un écrivain] talent[de couverture] saddle8. TECHNOLOGIE [d'un grappin] claw————————pattes nom féminin pluriel————————à pattes locution adverbialeallez, on y va à pattes! come on, let's hoof it! -
11 patte
[pat]Nom féminin (d'animal) pata feminino(languette) lingüeta feminino* * *patte pat]nome femininomarcher à quatre pattesandar de gatasà pattesà pata; a pépatas da frentepatas de trás◆ (negócio, relação) ça ne marche que sur trois pattesavança com esforçocomentário mordentefazer gatafunhosencolher as garrascalças à boca de sino -
12 patte
(fig.) indirectane pas casser trois pattes à un canard / ne pas casser des briquesno ser (una cosa) nada del otro jueves / no ser (una cosa) nada del otro mundoDictionnaire Français-Espagnol des expressions et locutions > patte
-
13 coup
mcoup d'audace — см. acte d'audace
- coup bas- coup dur- coup sec- bon coup- à coup- à coups- du coup -
14 patte
I fmarcher à quatre pattes — ходить, ползать на четверенькахbas [court] sur pattes — коротконогий, приземистый••ne remuer ni pied ni patte — быть не в состоянии двигатьсяtomber sous la patte de qn разг. — попасть кому-либо в лапыcoup de patte разг. — едкая критикаpattes de lapin [de lièvre] — короткие бакенбардыdeux pattes разг. — малолитражка (чаще "Ситроен 2CV")à pattes разг. — пешкомla faire aux pattes прост. — крастьtirer dans les pattes de qn разг. — мешать кому-либо ( достичь его цели)sortir [se tirer] des pattes (de qn) — удрать; избавиться ( от кого-либо)tenir qn sous sa patte — держать кого-либо в своих руках, в зависимостиmontrer patte blanche — засвидетельствовать свою благонадёжностьgraisser la patte разг. — подмазать, дать взяткуfaire patte de velours прям., перен. — спрятать когтиII f швейц. -
15 patte
nf.1. oyoq, tuyoq, panja (hayvon va qushlarda); les quatre pattes des quadrupèdes to‘rt oyoqli hayvonlarning to‘rt oyog‘i; les deux pattes d'une poule tovuqning ikki oyog‘i; loc. chien qui donne la patte oyog‘ini beradigan it; loc. marcher à quatre pattes to‘rt oyoqlab emaklamoq (emaklab yurmoq); les mille-pattes ont quarante-deux pattes qirqoyoqning qirq ikkita oyog‘i bor2. fam. oyoq; être bas, court sur pattes oyog‘i qisqa, kalta bo‘ lmoq; avoir une patte folle bir oz oqsoqlanmoq, cho‘loqlanmoq; il traînait la patte u oyog‘ini sudrab yurardi3. fam. qo‘l; bas les pattes! qo‘lingni tort! loc.fam. coup de patte mohirlik, ustalik, mahoratlilik4. loc.fam. coup de patte achchiq tanqid, tepki; retomber sur ses pattes tegirmondan butun chiqmoq, suvdan quruq chiqmoq; montrer patte blanche parolni ko‘rsatmoq, aytmoq; tirer dans les pattes de qqn. birovni zimdan oyog‘idan tortmoq5. bakenbarda, gajjak6. tilcha, qopqoq (mato, qayishdan qilingan qadash, bekitish uchun xizmat qiladigan narsa); la patte d'une poche, d'un portfeuille cho‘ntakning qopqog‘i, portfelning tilchasi7. skoba, halqa. -
16 patte
-
17 patte
f1. (d'un animal) ла́па (dim. ла́пка ◄о►); нога́ ◄A sg. но-, pl. но-, -ам► (dim. но́жка ◄е►);le chien se dresse sur ses pattes de derrière — соба́ка ∫ встаёт на за́дние ла́пы <стои́т на за́дних ла́пах>; un héron, debout sur une patte — ца́пля, сто́ящая на одно́й ноге́; nos compagnons à quatre pattes — на́ши четвероно́гие друзья́; ● mouton à cinq pattes — бе́лая воро́на, ре́дкий зверьla patte d'un chat (d'un chien) — коша́чья (соба́чья) ла́па;
se tenir sur ses pattes — держа́ться ipf. на нога́х; traîner (tirer) la patte — е́ле волочи́ть ipf. но́гу; avoir une patte folle — хрома́ть ipf., прихра́мывать ipf. (un peu); ne remuer ni pied ni patte — не шевели́ться ipf., не шелохну́ться pf.; à pattes pop. — на свои́х двои́х; marcher à quatre pattes — передвига́ться ipf. на четвере́ньках; ↑по́лзать ipf. [на кара́чках]; se mettre à quatre pattes — станови́ться/стать на четвере́ньки <на кара́чки>; tomber sous la patte de qn. — попада́ть/попа́сть в ла́пы <в зави́симость> к кому́-л.; se tirer des pattes — убира́ться/убра́ться; смыва́ться/ смы́ться; se faire faire aux pattes — попада́ться/попа́сться; влипа́ть/вли́пнуть; graisser la patte à qn. — дава́ть/дать взя́тку <на ла́пу pop.> кому́-л.; on reconnaît là la patte de l'artiste — в э́том чу́вствуется <видна́> рука́ худо́жника; montrer patte blanche — запаса́ться/запасти́сь про́пуском, пока́зывать/показа́ть, что э́то свой; faire patte de velours — пря́тать/с= ко́гти; un coup de patte — ко́лкое замеча́ние [в чей-л. а́дрес]; avoir un fil à la patte — быть несвобо́дным <свя́занным>; тяну́ть <тащи́ть> ipf. обу́зу: retomber sur ses pattes — встава́ть/встать на́ ноги как ни в чём не быва́ло; выкру́чиваться/вы́крутиться; tirer dans les pattes de qn.se casser une patte — лома́ть/с= [себе́] но́гу;
1) бить ipf. ни́же по́яса2) fig. подси́живать/подсиде́ть кого́-л.;une voiture basse sur pattes — маши́на ни́зкой поса́дки; il ne casse pas trois pattes à un canard — он по́роху не вы́думает (sot); — он зауря́дная <се́рая> ли́чность; un pantalon à pattes d'éléphant — брю́ки-клёш; des pattes de lapin — ба́ки, ба́чки; des pattes de mouche — ме́лк|ий <неразбо́рчивый> по́черк, -ие кара́кули; il a une écriture en pattes de mouches — пи́шет, как ку́рица ла́пой; bas les pattesl — ру́ки прочь!être bas (court) sur pattes — быть низкоро́слым <коротконо́гим>;
3. (languette) кла́пан; язычо́к (chaussure, etc.);une patte d'épaule — пого́нla patte d'une poche — кла́пан карма́на;
4. techn. ла́па, ла́пка, но́жка ◄е►; косты́ль ◄-я►; держа́тель; крюк*, скоба́ ◄pl. ско-, скобам et -ам►, подве́ска ◄о►;les pattes d'une ancre — ла́пы я́коряune patte de scellement — держа́тель <кронште́йн> крепле́ния;
-
18 patte
(f) лапа♦ à quatre pattes на четвереньках1) быть связанным по рукам и ногам2) быть несвободным (иметь любовную связь)♦ casse-pattes (прост.)1) надоедливый, занудный тип2) крепкая водка♦ coup de patte колкое замечание, шпилька♦ faire patte de velours прятать когти♦ il fait patte de velours он мягко стелет♦ graisser la patte à qn «подмазать» кого-л.♦ montrer patte blanche (ирон.) привести доказательство своей принадлежности к какому-л. избранному кругу♦ on reconnaît là la patte de l'artiste (шутл.) в этом чувствуется рука художника♦ se fourrer dans les pattes de qn попасть в чьи-л. лапы♦ tirer dans les pattes ставить палки в колёса♦ tirer la patte волочить ноги -
19 patte
n. f.1. 'Pin', 'gamb', leg. Aller à pattes: To 'hoof it', to have to walk. Aux pattes! (Let's) scram! Ne pas être solide sur ses pattes: To be unsteady on one's pins. Tirer la patte: To limp.2. En avoir plein les pattes: To be 'all-in', to feel worn-out.3. Ça ne casse pas quatre pattes à un canard! (joc. & iron.): It's no great shakes! — I don't rate it very highly!4. Lever la patte (of man):a To have a 'slash', to urinate (literally to cock a leg).b To get a 'leg-over', to 'screw', to have coition.5. Marcher sur trois pattes (of conventional motor car): To fire on only three cylinders. (An offspring of the above literal meaning, the figurative describes a venture or undertaking that is not running smoothly.)6. Traîner la patte: To 'come the old soldier' (literally to exaggerate a limp in order to get compassion).a To 'put a spoke in someone's wheel', to hamper someone's progress.b To 'stab someone in the back', to speak ill of someone.8. Etre fait aux pattes (also: se faire faire aux pattes): To get 'nabbed', to be 'collared', to get arrested.9. 'Mitt', 'paw', hand. Arriver les pattes vides: To come empty-handed. Bas les pattes! (Woman's retort): Stop pawing! — Keep your hands to yourself!10. Faire patte de velours (fig.): To 'draw in one's claws', to be extra gentle with someone.11. Faire ( des) pattes d'araignée à quelqu'un: To 'goose', to caress lightly with nails and fingertips.12. Faire des pattes de mouche: To write in a spidery script.13. Graisser la patte à quelqu'un: To 'grease someone's palm', to bribe someone.14. Faire quelque chose aux pattes: To 'lift', to 'pinch' something.15. Avoir le coup de patte: To 'have the knack', to be skilful at something.16. Pattes de lapin (Hairstyle): Short sideboards.17. Feet (without colloquial overtones). Retomber sur ses pattes:a To 'fall on one's feet', to come off better than one might have expected.b To 'get offscot-free', to escape ill-fate or retribution, sometimes through good fortune, but more often than not through connivance.18. Se fourrer dans les pattes de quelqu'un: To disturb someone (literally to get in someone's way).19. Mettre une affaire sur pattes: To start up a business, to get an enterprise under way.20 Avoir des pattes d'oie: To have 'crow's feet', 'laugh-lines', to have wrinkles around the eyes. -
20 patte
patte [paat]〈v.〉2 poot ⇒ klauw, been4 haak ⇒ schilderijhaak, vleeshaak♦voorbeelden:1 pattes d'araignée • lange, magere vingerspattes de mouche • kriebelpootpatte d'oie •〈zie ‘patte-d'oie’〉avoir la, une patte folle • met één been trekkenen avoir plein les pattes • bekaf zijn; er de balen van hebbenà quatre pattes • op handen en voetentraîner la patte • met z'n been slepenbas les pattes! • blijf er af met je poten!à pattes • met de benenwagen3 patte d'épaule • epaulet, passantmontrer patte blanche • het wachtwoord geven, zich netjes gedragenavoir les pattes croches • hebzuchtig, vrekkig zijnça ne casse pas trois pattes à un canard • dat is niet om over naar huis te schrijven, dat is niet denderendgraisser la patte à qn. • iemand omkopen, smeergeld geven aan iemandtirer dans les pattes à qn. • iemand dwars zittentomber sous la patte de qn. • in iemands handen vallenf1) poot [dier]2) klauw, been3) klep, pat
См. также в других словарях:
Coup de patte — ● Coup de patte critique vive et malveillante … Encyclopédie Universelle
coup — [ ku ] n. m. • colp 1080; lat. pop. colpus, class. colaphus, gr. kolaphos I ♦ 1 ♦ Mouvement par lequel un corps vient en heurter un autre; impression (ébranlement, bruit...) produite par ce qui heurte. ⇒ choc, ébranlement, heurt, tamponnement.… … Encyclopédie Universelle
patte — 1. patte [ pat ] n. f. • pate 1220; d un rad. gallo roman patt , d o. gaul. 1 ♦ Chez l animal, Membre ou appendice qui supporte le corps, sert à la marche (⇒ jambe), à la préhension, etc. Extrémité de la patte. ⇒ pied; pode. Les insectes ont… … Encyclopédie Universelle
patté — 1. patte [ pat ] n. f. • pate 1220; d un rad. gallo roman patt , d o. gaul. 1 ♦ Chez l animal, Membre ou appendice qui supporte le corps, sert à la marche (⇒ jambe), à la préhension, etc. Extrémité de la patte. ⇒ pied; pode. Les insectes ont… … Encyclopédie Universelle
patte — (pa t ) s. f. 1° Pied des quadrupèdes qui ont des doigts, des ongles ou des griffes, et des oiseaux autres que les oiseaux de proie. • La bête scélérate à de certains cordons se tenait par la patte, LA FONT. Fabl. III, 18. • ....Favori [un… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
COUP — s. m. Impression que fait un corps sur un autre en le frappant, le perçant, le divisant, etc. Grand coup. Petit coup. Rude coup. Coup léger. Coup sec. Coup pesant. Coup violent. La force, la pesanteur du coup. Frapper un coup, deux coups, trois… … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 7eme edition (1835)
COUP — n. m. Impression que fait un corps sur un autre en le frappant. Coup sec. Coup violent. La force, la pesanteur du coup. Frapper un coup ou deux coups à une porte avec le marteau. Frapper à coups redoublés. Coup d’épée, de sabre, de poignard. Coup … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 8eme edition (1935)
PATTE — n. f. Il se dit du Pied des animaux quadrupèdes, des oiseaux, à l’exception des oiseaux de proie, de certains animaux aquatiques, comme l’écrevisse, le homard, etc., et de certains insectes, comme l’araignée, la mouche, etc. Patte de singe, de… … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 8eme edition (1935)
patte — n.f. Main : Bas les pattes ! / Faire aux pattes, chaparder : Mon briquet, je l ai fait aux pattes. Faire prisonnier : Il a été fait aux pattes. / Graisser la patte, soudoyer, corrompre. / Avoir le coup de patte, de la patte, avoir de l habileté… … Dictionnaire du Français argotique et populaire
PATTE — s. f. Il se dit Du pied des animaux quadrupèdes qui ont des doigts, des ongles ou des griffes ; et de Celui de tous les oiseaux, à l exception des oiseaux de proie. Patte de singe, de lion, de chat. Un chien qui donne la patte. La patte de devant … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 7eme edition (1835)
coup — (kou ; le p ne se prononce pas et ne se lie pas : un kou audacieux ; coup se comporte comme loup, où le p ne se lie jamais ; au pluriel, l s se lie : des kou z audacieux ; Bèze, au XVIe siècle, remarque que le p se prononce au singulier et non au … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré